Artikelindex

C&A brand

Over het hele pand van de school liep een grote zolder, die vooral gebruikt werd voor het werken met touw. Er waren een aantal dakkapelachtige nissen met ramen, vanwaar je een prachtig uitzicht over de stad had.

Op 16 februari in de winter van 62/63 werden we keurig door Erwtje om 6 uur gewekt: "Rijzen, rijzen, rijzen... Snel naar boven jongens, C&A staat in de fik, vanaf de takelzolder kan je het prachtig zien.

Het was hartje winter en dus nog donker. Zo snel mogelijk rende iedereen naar boven om niets hiervan te missen. En ja hoor, metershoge vlammen waren te zien ook al was het Damrak niet echt naast de deur. Het hele pand is die ochtend afgebrand, door de strenge vorst had de brandweer grote moeite om zijn werk te kunnen doen.

De rest van het begin van de dag verliep hierdoor een beetje anders dan anders!

De liefde

Nadat Aukje en ik buren waren geworden en we de eerste tijd veel contact met elkaar hadden, is er daarna een periode geweest waarin we elkaar niet of nauwelijks zagen.

In de periode erna heb ik één keer serieus verkering gehad, met Cora Versloot. Ik had haar op een schoolfeest van mijn zus Jannie leren kennen, ze zaten bij elkaar in de klas op de opleiding voor kleuterleidster. Als ik me goed herinner heeft het iets meer dan een half jaar geduurd, toen maakte ze het uit... Daarna heb ik, tot het met Aukje serieus werd, eigenlijk geen echte verkering meer gehad.

Eindelijk naar zee.

In 1963 was het dan zo ver. Eerst de examens op de Zeevaartschool waar ik glansrijk voor slaagde en tegelijk werden er in de laatste maanden van ons verblijf daar contacten gelegd met diverse scheepvaartmaatschappijen. Want na het behalen van je BS diploma was het de bedoeling dat je daarmee een jaar vaartijd zou gaan maken. Dat deed je dan in de hoedanigheid van stuurmansleerling of leerlingstuurman.

Ik kwam terecht bij de VNS, de Verenigde Nederlansche Scheepvaartmaatschappij.

Naar zee

Opleidingsschip “Prinses Juliana”Tijdens de opleiding waren we ook al een keer een week het water op geweest met het opleidingsschip 'Prinses Juliana'. Dit schip werd speciaal voor opleidingsdoeleinden gebouwd en in 1931 door Prinses Juliana gedoopt. We zijn het IJsselmeer niet af geweest daarmee, want echt zeewaardig was dit schip niet.

Zo mochten/moesten we ook om de beurt een roertorn maken, het schip sturen dus. Ik kan me nog herinneren dat de oude dame zich niet zo makkelijk liet sturen (een schip is vrouwelijk!) De overbrenging van het stuurrad naar het roer liep via een ketting, waar nogal wat 'slack' in zat (speling). Dat maakte rechtuit varen ('recht zo die gaat') bijna onmogelijk.

Oktober 1963 was het dan eindelijk zo ver, mijn eerste zeereis, naar Australië en terug. In de maanden er voorafgaand de uitrusting aangeschaft (verschillende uniformen en pet) enz. bij Smit & van Rijsbergen in Haarlem (de zaak bestaat nog steeds). Daarna 2de hands een sextant aangeschaft en een grote koffer.

Samen met mijn vader en moeder met de trein naar Rotterdam, een auto hadden we nog niet, met mijn splinternieuwe grote hutkoffer. M.s. Ommenkerk lag in de Rijnhaven, achter de Holland Amerika Lijn, nu is dat een jachthaven en komen er geen zeeschepen meer. We vertrokken vrijdag 25 oktober eerst voor een z.g. kustreis naar Hamburg, Bremen en Antwerpen. Vandaar weer terug naar Rotterdam. Ergens in november vertrokken we daar vandaan naar Australië.

Voor het eerst door de Golf van Biskaje! In de Middellandse zee deden we Marseille en Genua nog aan om te laden. Vandaar naar Port Said, door het Suezkanaal met Egyptische verkopers aan boord ('kijken kijken en niet kopen') naar Suez en vandaar naar Aden (Yemen). Aden was in die tijd een vrijhaven, dat wil zeggen dat je er taxfree kon kopen. Maar ook kon er goedkoop gebunkerd worden (stookolie laden).

Vooral electronica zoals radio's maar ook bijvoorbeeld goede camera's en verrekijkers. Ik heb daar een goede verrekijker gekocht (Japans) en samen met mijn collega's een biertje gedronken. Dat laatste was wat minder geslaagd, het was Engels bier, niet gekoeld (handwarm dus...) en zonder schuimkraag. Ik heb het opgedronken omdat ik dorst had, maar nooit meer. Bah! De verrekijker heb ik nog steeds!

Na Aden begonnen we aan de oversteek naar Australie, Fremantle aan de westkust. De hele Indische Oceaan oversteken!

De Ommenkerk had een maximum/cruise snelheid van ca. 16 mijl per uur (ruim 26 km/uur). Dat betekende 14 dagen lang alleen lucht en water en heel af en toe een ander schip. Wel regelmatig dolfijnen en vliegende vissen rondom de boeggolf en ook 14 dagen mooi weer!

We waren met 2 leerlingen aan boord en tijdens het varen liepen we elke dag 4 uur wacht en 4 uur krabben, schuren en tjetten (schilderen) van de potdeksels over het hele schip. De potdeksels waren de bovenkant van de railing en gemaakt van teakhout. Elke dag dus 4 uur in de zon, toen we terugkwamen in Nederland was ik donkerbruin...

In de havens werden we als leerling ook ingezet bij het laden en lossen. Bij kostbare lading (die in speciale ruimtes vervoerd werd, moesten we alles tellen wat in en uitging. Tegelijkertijd moesten we opletten dat er niet gestolen werd door de bootwerkers. Voor alle duidelijkheid: containers waren er in die tijd nog niet en het laden en lossen gebeurde als regel niet door de bemanning, maar door speciaal ingehuurde mensen van de wal, de bootwerkers. Daarbij was het ook belangrijk dat als er geladen werd dat wel op een goede manier gebeurde, zodat de boel niet makkelijk kon gaan schuiven onderweg.

Na Fremantle deden we achtereenvolgens Adelaide, Melbourne, Tasmanie, Sydney, New Castle en Brisbane aan. In Brisbane lagen we met de kerst, het was daar toen volop zomer, een gekke gewaarwording (zie foto genomen op 2e kerstdag bij een fontein in Brisbane). Brisbane was het verste punt op onze reis. Vandaar begon de terugreis: New Castle, Sydney, Melbourne, Adelaide, Port Pirie en weer Fremantle.

Via de omgekeerde route van de uitreis meerden we bijna 5 maanden later weer af in Rotterdam. Even terzijde: Het is afmeren of aanleggen, niet dus aanmeren zoals tegenwoordig vaak gezegd wordt... De eerste reis zat er op, ik  kijk er met plezier naar terug. Nederland had net een ijzige winter met veel vorst en sneeuw achter de rug, overal bleekneusjes dus, ik viel niet zo'n beetje op met mijn donkerbruine teint!