In de tijd dat we in de Kalverstraat woonden heeft mijn vader een aantal jaren een motorbootje gehad. Dat was de Joja, waarschijnlijk had de vorige eigenaar kinderen die Joop en Jaap heetten of iets dergelijks...

Het bootje

Het was een leuk bootje, met een romp helemaal gemaakt van teakhout, oerdegelijk. Het had een kajuit waarin het midden de motor ingebouwd was en er naast 2 banken waar je ook op kon slapen. Het achterste deel had een dak, had banken rondom en kon met zeildoek helemaal dichtgemaakt worden. De besturing was in de kajuit.

Voor de voortstuwing was een benzinemotor ingebouwd die afkomstig was uit een oude Citroën traction avant, je ziet ze nog wel eens rijden als bruidsauto. De motor had een vermogen van 40pk, wat behoorlijk wat was voor een bootje van 6 meter. Via een keerkoppeling werd de schroef aangedreven en volgens mij was het stuur uit de zelfde auto afkomstig, ik zie mijn vader nog zitten!

Ophalen

Het bootje lag in Uitgeest toen mijn vader het kocht en op een zekere dag zijn we die gaan ophalen, want mijn vader had een plekje bij de Kleine Sluis in IJmuiden versierd waar de Joja kon liggen.

Het was een stormachtige dag en op het Noordzeekanaal hadden we precies de wind op de kop, maar daar had de Joja geen moeite mee. Hij stak zijn kop braaf in elke aanrollende golf en als we een zeeschip passeerden ging hij nog meer te keer. Bijna voortdurend vloog het bruin/groene buiswater over de Joja. De ingebouwde ruitenwisser hadden we dan ook voortdurend nodig! Mijn vader genoot en ik ook! Onderweg op het Noordzeekanaal kwamen we ook nog wat grote zeeschepen tegen, dan is zo'n bootje wel heel klein...

Motorstoring

Af en toe gingen we in het weekend een stukje varen op het Noordzeekanaal, tot op een gegeven moment de motor het voor gezien hield. Net op het moment dat we de spoorbrug passeerden kwamen we stil te liggen, terwijl er van de andere kant af een zeeschip aankwam. Die waren er niet zo blij mee dat we precies in die nauwe doorvaart stil lagen. Mijn vader had weliswaar de peiler van de spoorbrug te pakken gekregen zodat we niet meer ronddobberden, maar we lagen wel precies in de nauwe doorvaart!De mensen op het zeeschip waren erg kwaad toen ze langsvoeren, ze waren bang dat ze ons zouden raken en vermorselen. Maar ze waren niet de enige die geschrokken waren. We hadden het zelf ook spaans benauwd gekregen, maar gelukkig liep het allemaal goed af!

Een ander plezierbootje heeft ons daarna teruggesleept naar de Kleine Sluis. Daar kwam mijn vader er achter dat vandalen zand in de benzinetank hadden gedaan. De vuldop (zonder slot) zat op het voordek en was dus makkelijk bereikbaar en open te krijgen. Mijn vader heeft dit nooit helemaal schoon kunnen krijgen, het plezier was er daardoor een beetje af. Later heeft hij het mede daarom omgeruild voor een (demontabel) strandhuisje.

Dat was de Joja.